Het magazine dat kinderen benadert met een open geest

Zijn veel leerkrachten schoolmoe?

Schoolmoe

Zomervakantie. Eindelijk kan de leerkracht even bekomen van het schooljaar. Het was een jaar waarin de meeste onderwijzers extra moeite mochten doen om alles vlot te laten verlopen. Velen in het klassieke schoolsysteem zijn dan ook echt moe. En wat dan? PURE CHILD wenst alvast elke leerkracht een herbronnende zomervakantie toe. Onderstaand artikel staat in de editie: schoolmoeheid

Maar – mantra

“Ik geef heel graag les, maar…”. “Ik zie mijn leerlingen écht graag, maar…”. “Ik hou van mijn vak, maar…”. “Onderwijs was altijd mijn passie, maar…”. “Wij zijn een heel fijn team, maar…”. Het voorbije decennium doken dergelijke uitspraken steeds frequenter op in gesprekken die ik beroepshalve voerde met leerkrachten. Nu hoor ik in mijn coachingspraktijk eenzelfde mantra weerklinken als er een ‘onderwijsmens’ bij mij op intake komt: Eerst komt er een uiterst positieve uitspraak waarin de liefde voor het onderwijs duidelijk blijkt en vervolgens komt er een pijnlijke ‘maar’, die veelal uitmondt in een diepe zucht. Uiteindelijk springen er tranen in de ogen, doen sommigen een poging om die krop in de keel weg te slikken en dan komt het er uit: “Ik ben (hét) zo moe”. 

Schoolmoe?

Voor mij is het woordje ‘moe’ altijd een trigger om héél goed te luisteren en door te vragen, vooral wanneer het over ‘school’ gaat. Keer op keer hoor ik dat leerkrachten vooral het ‘systeem’ zélf als problematisch ervaren. Werken in het onderwijs is als deel uitmaken van een radarwerk met heel veel tandwieltjes, die in elkaar haken en zo het geheel in gang brengen en houden. Elke leerkracht heeft zijn unieke plaatsje in het onderwijs-radarwerk en heeft zijn of haar unieke waarde om het systeem kwaliteitsvol gaande te houden. Soms geraken tandwielen afgesleten of zit er eentje vastgeroest, dat kan in elk systeem, zo ook in het onderwijs. Wat lastiger blijkt, zijn de goedbedoelde draaien aan enkele tandwielen, die onvoorziene en onbedoelde maar nefaste gevolgen hebben voor een deel van of zelfs voor het hele systeem. Een enkele kleine beslissing of gebeurtenis kan zo’n impact op een leerkracht hebben, dat hij of zij het begeeft. Heel wat mensen draaien een hele tijd hetzelfde rondje  van volhouden en doorbijten,  tot ze niet meer kunnen en ze  – al dan niet tijdelijk – het onderwijs verlaten. Schoolmoe heet dat dan, terwijl onderwijssysteem-moe naar mijn gevoel beter de lading dekt. Ik zie bepaalde patronen terugkomen in de verhalen die ik mag beluisteren van mensen die dagelijks op de klasvloer staan, of stonden, en die (het) moe zijn.

Ik ben hét zo moe…

“… maar het moet van de inspectie”, “… maar mijn directeur staat er op”, “… maar wat met mijn leerlingen en mijn collega’s ”, “… maar de ouders en leerlingen verwachten dat ”, “… maar het moet wel, ik krijg mijn jaarprogramma anders niet afgewerkt”, “… maar door ons digitaal systeem kan het niet anders”, enz. Maar is dat wel zo?

Ik ben ervan overtuigd dat leerkrachten zich vaker de vraag mogen stellen of het écht niet anders kan. Ik pleit niet voor onderwijsmuiterij, maar een gezond-kritische ingesteldheid én een basishouding van zelfreflectie zijn voor mij twee waardevolle ingrediënten om kwaliteitsvol te kunnen ‘meedraaien’ binnen het onderwijsradarwerk. In het systeem is een bepaalde ‘druk’ die van alle kanten lijkt te komen, nooit ophoudt en serieus inwerkt op het welbevinden van menig leerkracht. De werkelijke of vermeende druk om steeds maar méér en beter te presteren, weegt mentaal, net als de reële of veronderstelde verwachtingen vanuit de schoolleiding, wensen van ouders of gedragingen van leerlingen.

Ook intern, in de onderwijsmens zit serieus wat druk, bijvoorbeeld onder de vorm van schuldgevoelens.  Om hun leerlingen en collega’s niet in de steek te laten, volgen ze een interessante navorming liever niet en bij ziekte verschijnen ze slechts half-hersteld terug voor de klas om niemand tot last te zijn. Iedereen weet dat het ‘systeem’ al met minder tandwieltjes draait dan eigenlijk nodig is en de reservetandwieltjes zijn schaars.

Wel/niet vastbenoemd geraken 

In, uit of ergens anders in het systeem geraken, blijkt trouwens ook niet evident. Het niet vastbenoemd geraken of net het vastbenoemd zijn, kan ook een rol spelen in de ontwikkeling van schoolmoe zijn. Zowel  het gevoel dat je inspanningen niet omgezet worden in een soort van ‘beloning’ als het gevoel dat je je ambities niet kan waarmaken omdat je de zekerheid van het onderwijs niet durft lossen, blijken op termijn nefast te zijn voor de onderwijsvreugde die iemand ervaart. En dan volgt soms verstarring, of een ontgoocheld vertrek.

Tot slot valt het op dat leerkrachten over een soort extra zintuig beschikken, waarmee ze detecteren dat er iets is met een leerling. Dit zintuig voelt evenzeer haarfijn aan dat er iets foutloopt in het ‘systeem’. Waar ze voor hun leerlingen door een vuur zouden gaan, voelen leerkrachten zich meestal minder geroepen of bevoegd om ‘systeemfouten’ waar ze de dupe van worden aan te kaarten. Sommigen zeuren wel eens en laten het los. Bij anderen knaagt dit zodanig aan het beeld dat ze van zichzelf als professional en als mens hebben, dat ze denken dat zij als persoon moeten veranderen om mee te kunnen draaien of uit het onderwijs moeten vertrekken omdat ze er niet geschikt voor zouden zijn.

Ik ben zo  fysiek zo moe…

Een ander probleem dat nogal wat leerkrachten aankaarten, is de fysieke vermoeidheid na een dag, week of periode lesgeven. Een hele dag spreken, luisteren, tussen andere mensen – klein en groot – vertoeven en inspelen op hun behoeften vergt sowieso al veel energie. Bij doorvragen blijkt dat velen nogal wat ‘ongeziene’ en vaak miskende fysiek inspanningen verrichten die hen moe maken: toezicht in weer en wind, pakken en zakken materialen rondzeulen, de dagelijkse verplaatsing van en naar verschillende vestigingsplaatsen, bukken voor en tillen van kleuters,  e.d. Het kruipt niet in de kleren. Daarnaast spenderen leerkrachten vele uren van hun vrije tijd (lees: tijd om te ontspannen, te rusten, te recuperen) aan de school, naast het gewone takenpakket. Voor de voorbereiding en uitvoering van kerstmarkten, eetfestijnen, schooltoneel, schoolkoor, klasreizen, enz. offeren veel leerkrachten vanuit een groot engagement ook heel wat persoonlijke tijd op. Waar vroeger een schooljaar bepaalde piekmomenten kende en er ook rustiger periodes waren, ervaren leerkrachten de piek nu als een constante, niet in het minst door de permanent op te volgen administratie allerhande. Als leerkrachten zeuren over hun papierwerk en de vele vergaderingen, dan gaat het meestal niet over niet willen. Leerkrachten zien heus wel de noodzaak van van leerlingdossiers en het nut van overleg.

Het gaat bij vaak over ‘niet meer kunnen’, omdat ze in een schoolweek nooit écht aan rust  toekomen en dus letterlijk moe zijn. Sommigen gaan door vermoeidheid zelfs klagen over taken die ze eigenlijk bijzonder graag doen en die hen ‘in flow’ brengen, als ze er genoeg uitgerust aan zouden beginnen. Deze fysieke vermoeidheidsfactoren zijn absoluut niet te onderschatten als oorzaak van schoolmoeheid bij leerkrachten. Fysieke vermoeidheid en mentale moeheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en vragen  allebei de nodige aandacht, zowel preventief als  wanneer de uitval optreedt.

Een leerkracht is een mens

Misschien vind je dit alles wat overdreven? Weet dan dat een leerkracht ook maar een mens is. Niet iedereen heeft het geluk een spring-in-‘t-veld te zijn (en te blijven). Weinigen van ons hebben een onuitputtelijk vat energie in voorraad. Zelfs de sterkste, meest veerkrachtige bamboe kan opdrogen, breken of gebroken worden. Het is nooit één druppel die de emmer doet overlopen maar de verzameling van vele verschillende druppels die resulteren in reële klachten. Pas wanneer je goed voor jezelf zorgt, kan je ook goed voor anderen zorgen. Leerkrachten doen er goed aan zéér goed voor zichzelf te zorgen zodat ze hun talenten en hun passie voor onderwijs ten volle kunnen aanwenden om bij onze kinderen en jongeren de goesting in leren en leven te stimuleren.. Leer-kracht zijn, is een prachtige gave en roeping, die we allen in ons hebben en kunnen cultiveren als we dat willen. Als er binnen het ‘systeem’ meer tijd en plaats zou zijn voor de diepmenselijke behoeften, zouden er volgens mij vast meer leerkrachten blijven of terugkeren naar de klasvloer.

Hilde De Vleeshouwer (oud onderwijzer)

 

Facebook
Twitter
LinkedIn
Pinterest
Previous
Next

Reageren op dit artikel..