Jonge kinderen (0 tot 7-8 jaar) hebben twee belangrijke bouwstenen nodig voor een natuurlijke ontwikkeling: de juiste ervaringen en tijd om te rijpen. Het vermogen om te leren wordt maar voor een kleiner deel bepaald door de natuurlijke begaafdheid. Het grootste deel wordt ingenomen door de invloed van de omgeving van het kind. En een hele grote groep van neurowetenschappers en ontwikkelingspsychologen benadrukt dat kinderen optimaal ontwikkelen en leren door een aanbod van hoofdzakelijk natuurlijke ervaringskansen. Het is dus een misverstand om te geloven dat in eerste instantie instructies en de leerstof het brein moduleren.
’If a child can’t learn the way we teach, maybe we should teach the way they learn’ – Michael J. Fox
De optimale omgeving voor natuurlijke ontwikkeling
De benodigde hersenverbindingen om te leren lezen, rekenen en schrijven worden geboetseerd door veel zintuiglijke ervaringen, beweging, het vrije spel (liefst buiten) en sociaal contact. Voorbeelden zijn: het kijken naar bomen, het luisteren naar de wind, het voelen van zand, het stappen over een dunne balk. Of het vrije en creatieve spel met een schoendoos, het oogcontact met de ouders en het samen spelen met vriendjes in een speelbos. Neem daarbij de klassieke kleuteractiviteiten zoals rijmen, zingen, voorlezen, fijne motoriek, bouwen, puzzelen, geleid spel,… en we hebben een optimale omgeving voor het kind geschapen om schoolrijp te worden.
Natuurlijke ervaringen om executieve functies te ontwikkelen
Door deze ervaringskansen, zijn kinderen in staat om opdrachten en leerstof goed waar te nemen en zich te kunnen concentreren. En tevens in beide richtingen te kunnen werken en denken (het lateralisatieproces). Deze laatste vaardigheid is cruciaal voor het leren lezen, rekenen, schrijven en kloklezen. Maar ook gaan deze hoofdzakelijk natuurlijke ervaringen het kind in staat stellen om detailgericht, logisch en abstract te kunnen denken en belangrijke executieve functies te ontwikkelen, zoals het creatief en probleemoplossend denken, de impulscontrole en het werkgeheugen,… Daarbij geven we op deze manier kinderen kansen om zich emotioneel veilig te voelen en de nodige sociale vaardigheden te ontwikkelen.
Het noodzakelijke geduld
Hoe komt het nu dat de leerprestaties bij onze leerlingen de laatste decennia zo gedaald zijn? En dat we steeds meer geconfronteerd worden met leer-, gedrags- en psychische problemen? Het antwoord is duidelijk. Het aanbod van natuurlijke ervaringen en klassieke kleuteractiviteiten verdampt geleidelijk voor steeds meer jonge kinderen. Kleuters krijgen steeds meer cognitieve vaardigheden en instructies aangeboden. Daarbij merken we op dat we eerder voor een versnellingstraining kiezen dan een opvolgtraining. Onder invloed van een groep van cognitieve psychologen start het werken met cijfers en letters vaak veel te vroeg op. Leerkrachten staan onder druk om de unieke ontwikkelingssnelheid van jonge kinderen niet meer op te volgen en te respecteren. Kinderen hebben echter tijd nodig om schoolrijp te worden. Zij worden genetisch schoolrijp tussen 5 en 8-9 jaar. Zo ligt de gemiddelde leeftijd voor leren lezen tussen 6 jaar en 6 maanden en 8 jaar en 6 maanden volgens ontwikkelingspsycholoog Ewald Vervaet.
Het belang van het ontwikkelingsniveau
De breingevoelige fasen worden eigenlijk niet meer opgevolgd. De prestatiedrang om leerstof aan te (moeten) bieden heeft de ontwikkeling van het kind ingehaald en voorbij gehold! Vooral omdat we steeds meer ontwikkelingsvertragingen merken, valt dit eens te meer op. De nadruk ligt te sterk op de leerstof en veel te weinig op de natuurlijke ontwikkeling van het kind. In tegenstelling tot wat men denkt, haalt men door deze benadering het leerpotentieel bij steeds meer kinderen onderuit.
’ Het onderwijs moet uitgaan van een ontwikkelingsniveau van een vijfjarige kleuter en niet van de verwachtingen, eindtermen of normen. Als dat zo is, dan is de school kindrijp!’ – Marc Litière, expert in schoolrijpheid
Tot slot
De kunst bestaat er in om de juiste ervaringen aan te bieden op het juiste moment, zodat leer- en gedragsproblemen preventief vermeden kunnen worden. Meer hierover in mijn boek: Help! Mijn leerling kan niet goed mee! Werken aan ontwikkelend leren, uitgegeven via Lannoo Campus. Dit boek wordt in eerste instantie als doe-boek aangeboden aan kleuterleiders, onderwijzers en schoolteams.
’ We zijn bijna allemaal een beetje bevangen van, wat ik weleens het syndroom van de psychofok-industrie noem: zo vroeg mogelijk iets willen bijbrengen in plaats van op het juiste moment’ – Ewald Vervaet (uit: Naar school)
Guy Stevens – www.ontwikkelendleren.be
Auteur van : HELP, te veel kinderen vallen uit op school – Bestel via: guystevens4356@gmail.com
Guy geeft een lezing hierover op dinsdagavond 9 november om 19u30 te Stekene
Inschrijving via info@purechild.be