Voer je iedere dag tijdens de maaltijd strijd met je hoogbegaafde kind? Je bent niet alleen. Er zijn veel ouders van hoogbegaafde, zintuiglijk gevoeligekinderen, die hiermee te maken hebben. Het kan erg frustrerend en verontrustend zijn als je kind voedselaversie heeft en weigert de maaltijd te eten dat je hebt bereid, maar als je meer informatie zoekt over voedselselectiviteit of sensorische prikkelverwerking bij hoogbegaafde kinderen, zal je in het Nederlands weinig informatie vinden. Informatie over sensorische prikkelverwerking richt zich voornamelijk op aanraking en beweging, maar zintuiglijke gevoeligheid (de theorie van Dabrowski) wordt nergens vernoemd. In dit artikel vind je een samenvatting van wat in Engelstalige literatuur en onderzoeken is te vinden.
Voedselaversie en -weigering bij hoogbegaafde kinderen
Bij hoogbegaafde kinderen kom je meestal deze twee soorten voedselweigering tegen: 1. zintuiglijke voedselaversie (de meest voorkomende); 2. Voedselselectiviteit.
Aanwijzingen voor zintuiglijke voedselaversie
De manier waarop een kind reageert op bepaalde soorten voedsel geeft een aanwijzing of het om een zintuiglijke voedselaversie gaat of niet. Als je kind regelmatig het volgende negatieve gedrag vertoont, kan het zijn dat het een zintuiglijke voedselaversie heeft:
- grimassen
- kokhalzen
- spugen
- overgeven
- voedingssoorten, voedingsgroepen en zelfs merken generaliseren
- alleen bepaalde soorten voeding eten
- boos worden als het ongewenste voedsel in aanraking komt met zijn bord
Karakteristieken van hoogbegaafdheid en zintuiglijke voedselaversie
Veel hoogbegaafde kinderen hebben te maken met angsten, perfectionisme en een laag zelfbeeld, die vaak voortkomen uit een gevoel van isolement en niet begrepen worden. Hoogbegaafde kinderen zijn vaak gevoelig voor textuur, zicht, smaak, geur, geluid en licht. Dit kan vanaf jonge leeftijd een belangrijke impact hebben op hun relatie met voeding. Als je je kind volledig begrijpt –de eigenaardigheden, zintuiglijke issues, zorgen en angsten– zal je beter begrijpen waarom het zo vasthoudt aan negatief gedrag rond voedsel.
Wat is voedselselectiviteit?
Voedselselectiviteit is de consumptie van een abnormaal beperkt aantal voedselsoorten. Technisch gezien kan je elk kind dat minder voedsel eet dan normaal selectief noemen, maar deze term wordt specifiek gebruikt voor kinderen die één of meerdere voedselgroepen volledig mijden. Devier voedselgroepen zijn granen, eiwitten (vlees, vis, gevogelte, eieren, noten, gedroogde bonen en erwten), fruit en groente, en melkproducten.
Het verschil tussen een zintuiglijk gevoelige eter en een selectieve eter
Zintuiglijk gevoelige kinderen eten een beperkte hoeveelheid voedsel uit elke voedselgroep (dat voor hun zintuigen aanvaardbaar is). Ze eten meestal minstens één ding uit elke groep en hebben beter gebalanceerde diëten dan selectieve eters (wel melk, maar geen kaas; wel kip, maar geen rundvlees; wel brood, maar dan zonder zaadjes).
Kinderen die selectief zijn, hebben een afkeer van meerdere soorten voedsel. Ze zullen bijvoorbeeld alle granen mijden, alle soorten vlees, alle koude etenswaren, alle rood gekleurde etenswaren, alle knapperige etenswaren, alle fruit en groenten, en ga zo maar door. Veel voedselselectieve kinderen eten slechts enkele dingen. Een typisch voedselselectief dieet zal pizza, kipnuggets, melk en niets anders bevatten.
Extreme gevoeligheid: superproever met een superneus
Als je wat rondvraagt, zul je merken dat hoogbegaafde kinderen veel meer kunnen ruiken dan andere kinderen. Op een verjaardagsfeestje kan je kind bijvoorbeeld zeggen dat iemand rokerig ruikt of ruikt het zelfs het kleinste spoor van chocolade nadat iemand dat gegeten heeft. Deze uitzonderlijke gevoeligheid voor geur leidt ertoe dat je kind een superproever is. Onderzoek toont aan dat het erg gebruikelijk is voor hoogbegaafde kinderen om hooggevoelig te zijn voor smaak en geur. Dit kan betekenen dat voor hen het voelen, proeven en ruiken van bepaalde soorten voedsel overweldigend kan zijn en erg moeilijk om mee om te gaan. Hun hooggevoelige zintuigen van reuk en tast vinden het proeven, kauwen en uiteindelijk doorslikken van bepaald voedsel dat voor hen onaangenaam is van samenstelling, geur of smaak, erg moeilijk.
Eetproblemen bij hoogbegaafde kinderen
Doordat hoogbegaafde kinderen alles veel intenser ervaren, worden ook geuren, structuren, smaken en kleuren veel intenser ervaren dan bijanderen. Het kan lijken dat je kind zich aanstelt als hij bijvoorbeeld geen stoofvlees wilt eten, maar dat hoeft niet zo te zijn. Je kind kan de geur van het vlees oprecht walgelijk vinden, omdat die té sterk wordt ervaren. Het kan ook zijn dat hij de verschillende voedselwaren op zijn bord chaotischvindt. Dat kan komen door felle kleuren, meerdere kleuren door elkaar, te veel licht (het bord is bijvoorbeeld te wit) of te veel maaltijdcomponenten met een verschillende textuur. Kinderen die overgevoelig zijn voor geuren, zullen bijvoorbeeld vaak vinden dat het eten stinkt. Ze houden niet van sterk ruikende voedingsmiddelen zoals vis, spruiten, oude kaas en ze eten liever koude gerechten dan warme, omdat die minder sterk ruiken. Ze mijden tijdens de maaltijd ook mensen met een sterke lichaamsgeur of parfum of willen de potten en pannen niet in de buurt tijdens het eten (Fondelli, 2008).
Wat te vermijden?
De enige voedselgroep die zonder risico vermeden kan worden, is melkproducten. De stoffen in melkproducten kunnen ook gevonden worden in de andere drie voedselgroepen en in zonlicht, maar een kind dat geen melkproducten eet, moet een goede hoeveelheid voedsel van de andere drie groepen eten om te compenseren voor het gebrek aan melkproducten. Het kind moet ook een goede bron van vitamine D hebben, bijvoorbeeld door zonlicht of door vitaminepillen. Geen enkele andere voedselgroep kan vermeden worden zonder gezondheidsrisico, maar er zijn wel individuele etenswaren die vermeden kunnen worden. Vlees, bijvoorbeeld, zolang er goede bronnen van eiwitten in het dieetzitten. Een kind dat geen fruit eet, maar wel veel groenten, kan nog steeds voldoende voedingstoffen binnenkrijgen. Een kind dat geen brood eet,maar wel granen, kan nog steeds voldoende koolhydraten binnenkrijgen.
Controlezaken
Hoogbegaafde kinderen kunnen een bijzonder sterke wil hebben. Wanneer ze uitgedaagd worden om hun negatieve gedrag te veranderen, worden ze vaak nog tegendraadser. Als je je hoogbegaafde kind wilt helpen, is een holistische benadering aangewezen. Je moet begrijpen dat deze kinderen complexe cognitieve, sociale, emotionele en disciplinaire behoeftes hebben.
Strategieën om zintuiglijke voedselafkeer te beperken (M. Andis, 2002)
- Laat je kind omgaan (spelen) met eten met zoveel mogelijk verschillende samenstellingen. Laat het ook helpen bij het koken.
- Ga zo vaak mogelijk met het hele gezin rustig zitten tijdens het eten.
- Maak etenstijd leuk en niet stressvol.
- Geef het goede voorbeeld en eet niet de hele dag door, waardoor je zelf geen trek hebt in koken of een warme maaltijd.
- Schep niet te veel op het bord van je kind (één volle lepel per leeftijdsjaar).
- Geef niet meer dan drie verschillende voedselsoorten per keer.
- Voer je kind nooit onder dwang.
- Als je kind kokhalst na bepaald voedsel, bied het dan een paar weken later opnieuw aan.
Afleiding tijdens de maaltijd kan angst helpen verlichten, zoals praten over dingen die gebeuren of zullen gebeuren, naar muziek luisteren, enz. Je kan ook de techniek van voedselverandering proberen, waarbij je langzaam de hoeveelheid van ‘acceptabel’ voedsel opbouwt. Als je kind bijvoorbeeld een droog biscuitje wil eten, bied dan ook gefaseerde crackers aan, dan knäckebröd, droge toast, toast met boter, toast met smeerkaas, een belegd broodje met zelfgekozen beleg. Hetzelfde kun je doen met ander voedsel en drank. Volg steeds een bepaald patroon, zodat je de inname van alle voedselgroepen kan garanderen en controleren. Houd in de gaten dat je kind voldoende voeding binnenkrijgt om goed te kunnen groeien (en niet alleen in de breedte). Voedselverandering moet altijd dezelfde vorm, kleur en samenstelling hebben om te kunnen slagen. Dit is gebaseerd op het idee dat nieuw voedsel veilig moet zijn, bekend en dus acceptabel.Doe niet aan overreden, vleien of omkopen om je kind aan het eten te krijgen (je bent tenslotte niet de heks uit Hans en Grietje!). Dit kan uiteindelijk een wapen worden dat je kind zal gebruiken om meer controle te krijgen. Geef het niet elke dag hetzelfde soort voedsel. Leg uit hoe saai dat is, zeg dat er nog veel andere soorten eten bestaan waaruit hij kan kiezen en dat voedsel van steeds dezelfde soort zijn lichaam niet kan voorzien van de nodige voedingsstoffen.
Hoe help je een voedselselectief kind met zijn selectiviteit?
Kinderen met voedselselectiviteit kunnen geholpen worden door een gedragspsycholoog die hen bepaalde gedragsstrategieën aanleert. Bepaal eerst samen welke etenswaren en voedingsstoffen niet in het dieet zitten. Daarna stelt de psycholoog een lijst op met etenswaren die je kind moet eten, hij bepaalt welke interacties de selectiviteit versterken en welke interacties het kunnen ontmoedigen. Daarna kunnen nieuwe etenswaren geïntroduceerd worden. De psycholoog leert de ouders welk gedrag helpt bij de acceptatie van nieuw voedsel en helpt hen deze technieken toe te passen.
Hoe help je een kieskeurige eter?
Er is geduld en herhaling nodig om een kieskeurige eter minder kieskeurig te maken. Probeer verschillende presentaties en recepten (rauw, gekookt, etc.) maar verwacht niet dat je kind iets eet als jij het ook niet lust!
Oudere kinderen en tieners
Blijf je kind aanmoedigen om gezond te eten. Vooral tieners eten veel ongezond voedsel, maar onderzoek wijst uit dat wanneer ouders het goede voorbeeld blijven geven, hun kinderen meer fruit en groenten eten en ander gezond voedsel dan hun leeftijdsgenoten.
Kan voedselselectiviteit leiden tot een eetstoornis?
Nee. De onderliggende oorzaak én de behandeling zijn anders. Jongeren met een eetstoornis zijn geobsedeerd door hun uiterlijk en hun gewicht. Ze hebben psychologische hulp nodig om hun zelfbeeld te verbeteren en controle over hun leven te krijgen. Voor ze anorexia of bulimia krijgen, hebben ze geen voorgeschiedenis van voedselselectiviteit. Ze vermijden voedselgroepen alleen om de hoeveelheid calorieën of vet in hun dieet te verminderen en zijn alleen voedselselectief om gewicht te verliezen.
Zijn vegetariërs voedselselectief?
Dat hangt af van de persoon. Iemand die van alle voedselgroepen eet,maar de beslissing heeft genomen om geen vlees meer te eten, is niet voedselselectief. Iemand die altijd een afkeer voor vlees heeft gehad en daarom vegetarisch is geworden, kan voedselselectief zijn. Heeft deze persoon een behandeling nodig? Nee, behalve als hij of zij deze afkeer wil overwinnen.
Referenties
Andis, M. (2002). Tips for Parents: Questions and Answers about Food Selectivity
NAGC – Sensory Food Aversion and Gifted Children
Webb, J.T., Amend, E.R. (2004) Misdiagnosis and Dual Diagnoses of Gifted Children and Adults: ADHD, bipolar, OCD, Asperger’s, depression, and other disorders, Great Potential Press.
Winner, E. (1996). Gifted Children: myths and realities, Basic Books

Thema Special: Hoogbegaafd
Je kunt dit magazine digitaal lezen of opgestuurd krijgen. Tevens krijg je als abonnee direct toegang tot het archief met meer dan 30 thema nummers. Bekijk hier de mogelijkheden >