Met welke intentie starten wij dit schooljaar?
Deze vakantie hebben wij allen kunnen genieten van een relatieve vrijheid en prachtig weer. Doch kregen we in augustus veel, veel angst door de media naar ons toegeworpen van zovele komende tekorten en vele prijsstijgingen. Voor ons, burgers geen goed nieuws, want wij lijken hiervan de dupe te zijn. Het lijkt alsof we op weg zijn naar weerom (corona) een beperkte vrijheid, onzekere toekomst en wat een toekomst voor onze kinderen. En deze input geeft dan weerom onrechtstreeks stress bij vele gezinnen. Alsook zoveel stress voor de ouders of de school wel voldoet voor zijn kind, of voor de leerkracht die graag zoveel verandering zou willen brengen in het onderwijssysteem, maar niet gehoord wordt. En toch kan het anders.
In Nederland startten burgers aan een ecodorp, met school en een voedselgemeenschap. Deze burgers vertellen: “In plaats van kritiek te leveren op het systeem, kun je maar beter in actie komen. Je kan zoveel meer dan je denkt” In Boekel zijn ze volop bezig met het bouwen van een andere samenleving. Ze organiseren zelf hun onderwijs, huisvesting en voedselvoorziening. Het dorp, bestaat uit 36 klimaatpositieve sociale huurwoningen. Ze zijn op dit moment met 47 volwassen en 15 kinderen. De oudste is 79 en de jongste is 1 jaar. Samen leven ze vrijwel zelfvoorzienend. Zo komt 60% van hun voedsel uit hun gezamenlijk voedselbos. Dus hun eten is gratis. Ze hergebruiken regenwater en hebben dankzij een duurzaam energiesysteem geen verwarmingskosten.
Ad Vlems is de oprichter, dit is hun verhaal
Door de ‘markt’ uit ‘woningmarkt’ te halen, lukte het Ad en Monique om de klimaatpositieve woningen voor 128.000 euro per stuk te realiseren, en ze vervolgens als sociale huurwoningen te verhuren. Ad: “We zijn onze eigen projectontwikkelaar en huisbaas, dus we hoeven geen winst te maken. De sociale huurinkomsten zijn precies genoeg om onze lening in dertig jaar af te betalen. Zo blijven huizen plekken om in te wonen, in plaats van investeringsobjecten om geld mee te verdienen.”
“Niks is bij ons zogenaamd ‘te hoog gegrepen’: je mag doen wat je leuk vindt. Want als de mensen schitteren, gaat het ecodorp ook schitteren” – Ad Vlems
Ad focust zich liever op de sociale en ecologische winst van het ecodorp. Bijvoorbeeld met de woningen. “Die bestaan volledig uit organische materialen en afval”, vertelt hij trots. “Zo zit er glasschuim – een reststroom van de glasrecyclingindustrie – in onze fundering en bestaan de muren uit kalkhennep, in plaats van beton. Hierdoor zit er in de huizen meer CO2 opgeslagen dan nodig was om ze te bouwen.” Om het ecodorp draaiende te houden, werken alle bewoners twee dagen per week mee. Dat klinkt als best veel, maar een avondvergadering telt als een dagdeel en je mag doen wat je leuk vindt. “Niks is zogenaamd ‘te hoog gegrepen’. Dus als je mee wilt naar de ministeries bij wie we op bezoek gaan, dan kan dat”, zegt Ad. “Zo komen mensen in hun kracht te staan en ontdekken ze nieuwe kwaliteiten. Dat is fantastisch, want als de mensen schitteren, gaat het ecodorp ook schitteren.”
Mamma Renate van Klaveren richtte mee een eigen school op
“Als we een liefdevolle wereld willen creëren moeten we in beweging komen” – Renate van Klaveren
Toen zij met haar eigen zoontje voor de zoveelste keer tegen de grenzen van het onderwijssysteem aanliep, besloot ze samen met een groepje ouders tot actie te komen. Van idee tot opening van deze school duurde nog geen jaar. De kernwaarden van deze school zijn: ‘vrij’ en ‘natuurlijk’. Dit betekent tijdens de lessen vrij kunnen zijn in de natuur. Maar ook: vrij zijn om je op een eigen natuurlijk tempo te ontwikkelen. Het is een plek waar kinderen zichzelf kunnen zijn. Er wordt niet door de volwassene opgelegd.
Wanneer de kinderen op school aankomen mogen ze zelf kiezen hoe ze hun dag beginnen, bijvoorbeeld rustig de dag te starten met mindfulnessoefeningen, of juist door eerst lekker actief te zijn in de moestuin. De kinderen krijgen zoveel mogelijk les buiten in de natuur en er wordt gewerkt op basis van projecten. De interesses van de leerlingen zijn hierin leidend. Bijvoorbeeld, rekenen bij het bakken van een taart of bij het runnen van een eigen winkeltje. Het is vooral leren van wat het leven je brengt, wat je nodig hebt, waar kinderen interesse voor hebben. Zo wakker je de intrinsieke motivatie aan bij kinderen en wordt leren weer leuk. Natuurlijk is deze school niet gesubsidieerd en is deze kost wel duurder.
In Nederland startten ook nog andere fijne projecten:
Een school in Zwolle heeft een totaal andere school neergezet en toch binnen het publieke systeem. Hun basisschool heet: Buitenwijs. Zij willen geen cijfers, maar het welzijn van kinderen en de natuur vooropstellen. Er is een biologische moestuin aanwezig en een plek voor biodiversiteitherstel. Zij willen kinderen laten ontdekken hoe je een earth keeper kan worden voor de natuur. Zodat kinderen zich van jongs af aan één kunnen voelen met de natuur, de aarde en de hele kosmos. Buitenwijs richt zich op hart, hoofd en handen. De blik is naar buiten gericht, we hebben oog voor elkaar en de wereld om ons heen. Kinderen leren over welke bloemen en planten eetbaar zijn. Ze richten hun blik ook naar binnen. Wie ben je, wat wil je, hoe reageert je lijf en wat voel je. Kunst, muziek, dans en drama zijn net zo belangrijk als spelling en rekenen. Deze vakken worden daarom niet in de resterende tijd op de middag gegeven, maar zijn integraal onderdeel van ons onderwijs. En wat dacht je van dansend rekenen of rappend spellen?
De renaissance scholen
De leuze van de renaissance school is: “Wanneer de school leeft, gaat het kind ook graag naar school” Kinderen leren voor het leven dat vóór hen ligt, thuis en op school. De stijl en sfeer in het onderwijs moet hun gezondheid en levendigheid steunen, zodat ze daar het hele verdere leven op kunnen bouwen. Op die levensbasis zullen zij zelfstandig en zelfbewust kunnen denken, vrij zijn, sociaal worden en zelf de samenleving met haar toekomstige uitdagingen vorm kunnen geven. Het dagelijkse leven op een kleinschalige school is voor de kinderen een voorbeeld dat ze een leven lang mee zullen dragen.
Nog andere nieuwe schoolsystemen om door geïnspireerd te worden zijn:
Een voedselgemeenschap oprichten
Een voedselgemeenschap is een lokaal georiënteerd samenwerkingsverband tussen groepen consumenten en producenten, dat vanuit gelijkwaardigheid inzet op een langjarige relatie tussen boer en consument, welzijn van alle leden, een eerlijke prijs, verduurzaming van de productie en een veerkrachtige landbouw.
Liselotte Bredius uit Den Haag is kok. Ze wilde ze met biologische producten gaan werken, maar ze merkte dat haar gerechten dan onbetaalbaar zouden worden. Dus besloot ze Lekkernassûh op te richten, een voedselgemeenschap waarin burgers en boeren samenwerken. Samen zorgen zij voor verse groenten, uit de regio geteeld zonder gif en kunstmest en zonder verpakkingsmateriaal.
Nog enkele interessante websites i.v.m. voedselgemeenschappen:
- Lokale voedselgemeenschappen in Nederland
- Wervel – Gezonde landbouw
- Dit is een interessant document voor België voor mensen die zich hierin verder willen verdiepen.
Besluit!
Lieve lezers, worden jullie van al deze fijne initiatieven ook zo gelukkig. Wat een ander nieuws dan wat we op het mediascherm te zien krijgen. Er kan zoveel! De toekomst hoeft geen kommer en kwel te zijn. Het is gewoon een kwestie van doen. Niet aarzelen maar gewoon met een groep gelijkgestemden er aan beginnen. In Nederland zijn ze steeds wat voorop dan in Vlaanderen. Maar ook hier in Vlaanderen groeien verschillende initiatieven om het leven, leefbaar en mooi te maken.
Dus laat ons dit schooljaar met de volgende intentie starten:
- Met gelijkgestemden samen komen om onze samenleving ‘op te liften’.
- Door te kiezen voor een onderwijs vanuit het hart, verbonden met de ander en de natuur. Waar elk kind kan groeien vanuit zijn unieke ‘zijn’. Waar kind en volwassene samen leren om te leven vanuit passie.
- Door te durven kiezen om je eigen traumastukken te transformeren in plaats van deze te onderdrukken. En zo bij je eigen levensvreugde en levenskracht te komen.
- Door samen, plaatselijke voedselgemeenschappen op te bouwen en samen te delen.
- Dat overal kleine gemeenschappen mogen ontstaan waar het goed is om te leven, voor jong en oud, voor dier en natuur.
Magdalena Troch
(geïnspireerd door artikel van Maatschappijwij.nu)